Photo by Steve Heap/Shutterstock.com

Vruchtrot bij peer door schimmels

Peren kunnen worden aangetast door diverse vruchtrotschimmels. Hier geven we een overzicht van een aantal belangrijke bewaarschimmels.

Overzicht van vruchtrotschimmels bij peer

  1. Blauwe schimmel (Penicillium expansum). Foto door WUR
    Blauwe schimmel (Penicillium expansum). Foto door WUR

    Blauwe schimmel

    Penicillium is een blauwe schimmel veroorzaakt door de schimmel Penicillium expansum. Het is een zacht nat rot die op de schil begint rond wondjes of lenticellen. Later kunnen grijsblauwe massa's sporen op het appeloppervlak verschijnen. Het aangetaste weefsel is duidelijk begrensd en scheidt zich gemakkelijk van gezond weefsel. Verwondingen die ontstaan aan appels tijdens plukken en verdere handelingen vormen de primaire toegangspoorten voor de schimmel.
  2. Botrytis rot. Foto door WUR
    Botrytis rot. Foto door WUR

    Botrytis rot

    Botrytis, ook wel grijsrot of grauwe schimmel genoemd is (meestal) een zacht rot. Het aangetaste, lichtbruine tot bruine oppervlakte kan worden bedekt met wit-grijs mycelium. Het aangetaste weefsel kan niet worden gescheiden van het gezonde weefsel. De schimmel kan nestrot veroorzaken in opgeslagen fruit. De preventie van de infectie begint in de boomgaard. Het voorzichtig plukken en hanteren van de peren beperkt de infecties die optreden via wonden.
  3. Cadophora (visogenrot). Foto door WUR
    Cadophora (visogenrot). Foto door WUR

    Cadophora (visogenrot)

    Cadophora is een aantasting die kan optreden na lange bewaring (langer dan 6 maanden) van het perenras Conference. Het wordt ook wel 'visogenrot' genoemd. Nadat de eerste symptomen als kleine vlekjes zichtbaar zijn, kan het zich snel uitbreiden tot grotere en meer ovale ronde bruine vlekken. De infectie heeft hoogstwaarschijnlijk plaatsgevonden in de boomgaard.
  4. Fusarium. Foto door WUR
    Fusarium. Foto door WUR

    Fusarium

    Fusarium is een zacht rot. Kenmerkend is het wit-geel-roze mycelium. Meestal wordt de neus of steel van de peer aangetast. De schimmel kan tot nestrot leiden in de bewaring. Fusarium is een zogenaamde wondschimmel. Daarom kan het risico worden verminderd door wonden en beschadigingen te voorkomen.
  5. Lenticelspot. Foto door WUR
    Lenticelspot. Foto door WUR

    Lenticelspot

    Lenticelspot is een bewaarziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel Fibulorhizoctonia. De vlekken zijn gecentreerd rond de lenticellen. In latere stadia verandert het in grotere rotte plekken. Het risico is het grootst op vochtige plekken in de bewaring. Daarom wordt aanbevolen om te zorgen voor voldoende luchtcirculatie door de kisten met peren. Reduceren van lenticelspot vereist een voldoende mate van vochtverlies gedurende de bewaring.
  6. Monilia rot. Foto door WUR
    Monilia rot. Foto door WUR

    Monilia rot

    Moniliarot (bruinrot) is een stevig rot dat meestal al in de boomgaard zichtbaar is. De eerste indicatie van infectie is een klein cirkelvormige bruin vlekje. Daarna kan er een witte schimmel verschijnen. Tijdens de bewaring kunnen vruchten volledig zwart worden, terwijl de schil glanzend en heel blijft. Het voorkomen van schilbeschadigingen helpt om infecties te verminderen.
  7. Neofabraea. Foto door WUR
    Neofabraea. Foto door WUR

    Neofabraea

    Neofabraea (voorheen bekend als Gloeosporium) vormt een cirkelvormige stevig bruin rot. Het midden van de cirkel kan lichter gekleurd zijn dan de rand. Dit rot wordt ook wel lenticelrot genoemd, de schimmel kan aanvallen via een lenticel. De ziekte moet in de boomgaard onder controle worden gehouden. Voor de bewaring geldt dat condities die rijping vertragen ook gunstig zijn om het begin van lenticelrot te vertragen. Daarom wordt deze ziekte meestal pas gevonden na een opslagperiode van ten minste enkele maanden.
  8. Phytophthora rot. Foto door WUR
    Phytophthora rot. Foto door WUR

    Phytophthora rot

    Phytophthora rot is een stevig rot met een licht tot midden bruine kleur. Er is geen duidelijke grens tussen gezond en aangetast vruchtvlees. De schil laat gemakkelijk los van het vruchtvlees. De peren hebben een onaangename geur. De vruchten zijn vaak afkomstig van laaghangend fruit in de boomgaard (waar bodemdeeltjes door regen omhoog spatten). Vruchten kunnen ook zijn geïnfecteerd tijdens nat weer rond de oogsttijd of tijdens nat sorteren.

Kijk voor meer informatie over ziekten en gebreken bij peer: