Photo by Irene Libano/Shutterstock.com

Gebreken bij peer

Op deze pagina staan de meest voorkomende afwijkingen bij peren.

Overzicht van gebreken bij peren

  1. Perenschurft. Foto door WUR
    Perenschurft. Foto door WUR

    Perenschurft

    Perenschurft wordt veroorzaakt door de schimmel Venturia. Het lijkt op een donkere huidwrat of bestaat uit verschillende kleine zwarte vlekjes. Het is meestal al zichtbaar bij de oogst, maar kan zich ook tijdens opslag ontwikkelen uit eerdere infecties. In dit geval wordt het bewaarschurft genoemd. Schurft komt het meest voor op biologisch geteeld fruit.
  2. Zonnebrand. Foto door WUR
    Zonnebrand. Foto door WUR

    Zonnebrand

    Zonnebrand op peren wordt veroorzaakt door felle zon en hoge temperaturen in de boomgaard, voor of kort na de oogst. De aangetaste ronde vlek op de peer is meestal slechts licht verkleurd. Maar in ernstigere gevallen wordt de verbrande schil bruiner of zelfs zwart.
  3. De eerste tekens van rimpelen zijn meestal zichtbaar in de nek. Foto door WUR
    De eerste tekens van rimpelen zijn meestal zichtbaar in de nek. Foto door WUR

    Rimpelen

    Rimpelen is het gevolg van te veel vochtverlies van de peer. Wat vochtverlies is geen probleem maar wanneer het meer wordt dan ongeveer 3%, rekenend vanaf het moment van oogst, begint de peer rimpeling te vertonen. Kleine peren rimpelen gemakkelijker dan grote peren. Tijdens opslag helpt een lage en stabiele temperatuur en hoge luchtvochtigheid om rimpeling tegen te gaan.
  4. Soft scald. Foto door WUR
    Soft scald. Foto door WUR

    Soft scald

    Soft scald komt voor bij het ras Abate Fetel. Het heeft typische symptomen. De aangetaste schil is zacht en glad en vertoont een onregelmatig lintvormig bruin gebied met duidelijke grenzen. Het kan zich uitbreiden tot enkele millimeters in het vruchtvlees dat dan bruin en zacht wordt. Deze bewaarafwijking staat in verband met bewaring bij laag O2 (CA bewaring).
  5. Bewaarscald. Foto door WUR
    Bewaarscald. Foto door WUR

    Scald

    Bewaarscald, ook wel kortweg scald genoemd, is een afwijking die zichtbaar is op de schil. Het ziet eruit als een bruine vlek zonder duidelijke randen. Het vruchtvlees onder de schil wordt niet aangetast. Deze afwijking kan toenemen in de koelcel maar vooral tijdens de opvolgende uitstalling. Na een paar dagen uitstalling kan het daarom onverwacht naar voren komen. De oorzaak ligt dan echter al vroeger in de keten.. Lage temperatuur en laag zuurstof tijdens opslag en de toepassing van 1-MCP kunnen het risico verminderen.
  6. Glazig weefsel door bevriezing. Foto door WUR
    Glazig weefsel door bevriezing. Foto door WUR

    Bevriezingsschade

    Bevriezingsschade kan ernstig zijn. Peren kunnen wellicht diverse dagen of zelfs weken een temperatuur van -2 ° C (28 ° F) of lager weerstaan, maar raken onomkeerbaar beschadigd wanneer de bevriezing ernstiger is. Het bevroren weefsel heeft een glazig uiterlijk dat beperkt kan blijven tot de nek en de buitenste delen van de peer. Van buitenaf ziet de schil er donker uit. Bij geringe bevriezing kan een langzame opwarming de peren redden. Maar in ernstigere gevallen wordt het vruchtvlees na het ontdooien al snel waterig, zacht en bruinachtig van kleur.
  7. Hol en bruin. Foto door WUR
    Hol en bruin. Foto door WUR

    Hol en bruin

    Hol en bruin is een inwendige afwijking die voorkomt bij bewaring onder gecontroleerde atmosfeer (CA). De symptomen zijn zichtbaar na het snijden van de vrucht. Het wordt vaak CO2-schade genoemd. Omdat de gevoeligheid voor CO2-schade toeneemt met lager O2, is echter ook de verhouding van O2 tot CO2 belangrijk. De schade begint met bruinverkleuring in het weefsel rond het klokhuis. Er kunnen zich later holtes ontwikkelen wanneer het weefsel uitdroogt. De gevoeligheid voor deze afwijking neemt toe met rijpere vruchten bij de oogst.
  8. Slijtagebruin. Foto door WUR
    Slijtagebruin. Foto door WUR

    Slijtagebruin

    Slijtagebruin (slijtage) wordt gekenmerkt door zacht en bruin vruchtweefsel. Peren met slijtagebruin zijn bewaard onder suboptimale omstandigheden zoals een te hoge temperatuur of ze zijn simpelweg te lang bewaard. Het risico op slijtagebruin neemt toe wanneer peren voorbij de optimale rijpheid voor lange bewaring zijn geplukt.
  9. Een peer met 'vegen en strepen'. Foto door WUR
    Een peer met 'vegen en strepen'. Foto door WUR

    Schilbeschadigingen

    Schilbeschadigingen bij het sorteren kan de peren erg onaantrekkelijk maken. Peren met een gladde schil raken gemakkelijk beschadigd met onder andere ‘vegen en strepen’. Sommige variëteiten zijn bijzonder gevoelig, zoals Beurré Alexander Lucas. Om het risico op sorteerschade te verkleinen, worden peren na de koude opslag vaak eerst een paar graden opgewarmd voordat het sorteren begint. De sorteerlijn moet gladde oppervlakken hebben, geen harde borstels en een geschikte snelheid.

Kijk voor meer informatie over ziekten en gebreken bij peren: